Actualiteiten Duits Recht

Leveringsproblemen
door Corona: Overmacht?

Aanleiding

Ondernemingen
ondervinden problemen bij het nakomen van hun leververplichtingen en
distributieketens raken verstoord. Hoe zit dat juridisch in
Duitsland?

Vooral bij
internationale zakelijke relaties (het product wordt gekocht uit
Duitsland of geleverd naar Duitsland) doet zich de vraag voor, voor
wiens rekening de kosten van vertraagde of uitblijvende levering
komen: kan de leverancier zich op overmacht beroepen?

Zo ja, dan kan de
leverancier (voorlopig) zijn prestatie opschorten zonder
schadevergoeding te riskeren?

Of is de leverancier
aansprakelijk voor vertraagde of uitblijvende levering en daarmee
schadeplichtig? Dergelijke vragen doen zich in alle schakels van een
distibutieketen voor. Ondernemers vragen zich af of zij zich op
overmacht kunnen beroepen omdat zij hun leververplichtingen niet
kunnen nakomen omdat ze zelf niet beleverd worden.

Onafwendbare
gebeurtenis

Volgens de Duitse
Hoge Raad, het “Bundesgerichtshof” (BGH), gaat het bij overmacht
om een “van buiten komende, niet in verhouding tot de
bedrijfsvoering staande en ook met inachtneming van uiterste
zorgvuldigheid niet afwendbare gebeurtenis”.

Bij de vraag of een
schending van leververplichtingen ten gevolge van Corona een geval
van overmacht oplevert zijn – zoals dikwijls – de specifieke
omstandigheden van het geval beslissend.

Het belangrijkste
aanknopingspunt vormt de inhoud van het contract: zijn regelingen
opgenomen over overmacht, dan zijn die maatgevend.

Indien de
overeenkomst een overmachtsbepaling kent dient die te worden
uitgelegd volgens het op de overeenkomst toepasselijke recht. Indien
de bepaling als gevallen van overmacht epidemieën, pandemieën,
ziekte of quarantaine aanduidt bestaat er gerede kans dat de
leverancier die te laat of niet levert zich met succes op overmacht
beroepen kan. Hetzelfde geldt indien de overmachtsbepaling
overheidsbesluiten of waarschuwingen omvat en men daarvan bewijs over
kan leggen.

In geval de
overmachtsbepaling niet uitdrukkelijk rept van situaties waarin het
voorkomen van corona te rangschikken valt slaagt een beroep op
overmacht niet eenvoudig. Immers, de andere partij kan beargumenteren
dat partijen uitdrukkelijk niet deze specifieke gebeurtenis hebben
willen duiden als overmacht, anders had men dat wel opgenomen.

Weens Kooprecht
voordeliger voor de leverancier

Indien de
overeenkomst geen overmachtsbepaling kent, wordt de vraag naar
overmacht beantwoordt door het toepasselijke recht. Indien partijen
Duits recht hebben afgesproken dan is in beginsel (bij internationale
koop) het Weens Kooprecht van toepassing en aanvullend Duits recht,
let wel: behalve indien de toepasselijkheid van Weens Kooprecht
uitdrukkelijk is uitgesloten (wat nogal eens voorkomt).

Het Weens Kooprecht regelt in art. 79 dat een partij niet
aansprakelijk is voor een tekortkoming in de nakoming van een van
haar verplichtingen, indien zij aantoont dat de tekortkoming werd
veroorzaakt door een verhindering die buiten haar macht lag en dat
van haar redelijkerwijs niet kon worden verwacht dat zij bij het
sluiten van de overeenkomst met die verhindering rekening zou hebben
gehouden of dat zij deze of de gevolgen ervan zou hebben vermeden of
te boven zou zijn gekomen.

Deze verstrekkende
bepaling is van voordeel voor de leverancier. Indien Weens Kooprecht
toepasselijk is staan de kansen goed dat men zich op overmacht kan
beroepen. Wel dient aangetoond te worden dat de levering als gevolg
van corona vertraagd is of achterwege is gebleven. Daarmee wordt de
aansprakelijkheid voor de tekortkoming opgeheven.

De volgende vraag is
dan of en hoe de overeenkomst wordt voortgezet.

Het Weens Kooprecht
zwijgt daarover en dan komt Duits recht in beeld.

Duits recht:
onmogelijkheid of gewijzigde omstandigheden?

In geval van
(tijdelijke subjectieve) onmogelijkheid (“Unmöglichkeit”) wordt
de leverancier (tijdelijk) bevrijd van zijn verplichting tot leveren;
de koper behoeft de koopsom niet te voldoen. Eventuele
schadevergoeding staat hier buiten: indien de koper aantoont dat de
wanprestatie berust op nalatigheid of opzet van de verkoper kan de de
koper schadevergoeding verlangen.

Een overheidsbesluit
dat aan productie in de weg staat is een voorbeeld van deze
onmogelijkheid.

Corona kan ook een
geval van gewijzigde omstandigheden (“Störung der
Geschäftsgrundlage”) opleveren. In zo’n geval kan dat betekenen
dat het contract wordt aangepast of beëindigd. Een partij kan
verlangen dat een contract wordt aangepast indien de omstandigheden
die tot de kernelementen van de verschuldigde prestatie behoren na
contractsluiting ingrijpend zijn gewijzigd en partijen – indien zij
de wijziging hadden voorzien – het contract geheel niet of anders
hadden opgesteld.

Indien de
betreffende gebeurtenis behoort tot de risicosfeer van een bepaalde
partij, kan deze partij er zich niet op beroepen dat het contract
gewijzigd moet worden.

Nederlands recht?

Indien Nederlands
recht toepasselijk is (solitair dan wel in aanvulling op Weens
Kooprecht) kennen we ook de onmogelijkheid en de gewijzigde
omstandigheden; in dat geval kan in beginsel buitengerechtelijke
ontbinding worden gevorderd dan wel aan de rechter worden verzocht de
gevolgen van de overeenkomst aan te passen. Gelet op de rol van
redelijkheid en billijkheid naar Nederlands recht (die in het Duitse
recht slechts een ondergeschikte rol speelt) valt in Nederland een
ruimhartiger toepassing te verwachten.

Arnhem, 17 maart
2020

mr. T.L.G.M. Heebing

Rechtsanwalt

info@hollandrecht.nl